8 Tips voor een testament na een scheiding
Je bent gescheiden en wilt een testament maken of aanpassen voor de kinderen. Wat moet je regelen? In dit artikel geef ik je 8 tips wat je in je testament kunt (moet) regelen na een scheiding.
Echtscheiding is helaas bij één op de drie huwelijken een realistisch toekomstbeeld. Als dat je overkomt wil je alles natuurlijk wel goed geregeld hebben. Er is één aspect dat vaak onderbelicht blijft na een echtscheiding: het opstellen of aanpassen van je testament. Hieronder beantwoord ik acht vragen over de inhoud van je testament.
Uitgangspunt van dit artikel is een gescheiden ouder met een of meer minderjarige kinderen.
- Wie zijn je erfgenamen?
Een van de essentiële onderdelen van een testament is dat je bepaalt wie je erfgenamen zijn. In de meeste gevallen zullen dat alleen je kinderen zijn. Immers, je hebt nu geen partner meer aan wie je iets na wilt laten. Je kunt een of meer kinderen overigens onterven, maar kinderen hebben altijd recht op hun minimum-erfdeel (legitieme portie). Daarover zal ik in een volgend artikel nog eens vertellen. - Wie moet je erfenis afhandelen?
Als de kinderen nog minderjarig zijn, kunnen ze zelf juridisch gezien jouw erfenis niet afhandelen. Ze zijn immers handelingsonbekwaam als ze nog geen 18 jaar zijn. Wie doet dit dan wel? Als je niets regelt zal waarschijnlijk de overblijvende ouder van je kinderen dit doen. Maar dat is je ex-partner en die wil je er buiten houden, toch?
Je kunt in een testament een persoon aanwijzen die je nalatenschap beheert en zorgt dat alle zaken netjes afgehandeld worden: dat alle rekeningen betaald worden, de belastingaangiften gedaan worden, de kinderen hun erfdeel krijgen, enzovoort. Zo’n persoon noemen we een executeur.
Als je een executeur aanwijst is het ook handig om een plaatsvervanger te benoemen voor het geval de eerste geen executeur kan zijn omdat hij bijvoorbeeld eerder overlijdt dan jijzelf. Overleg ook met deze personen of ze deze taak wel op zich willen nemen. - Wie voedt je kinderen op als jij er niet meer bent?
Stel dat je ex-partner, die ook het ouderlijk gezag over de kinderen heeft, eerder overlijdt dan jij. Dan heb jij nog steeds het ouderlijk gezag over de kinderen. Als je zelf vervolgens ook overlijdt en de kinderen zijn op dat moment nog minderjarig, is er niemand die het gezag over hen uitoefent. De kantonrechter zal in dergelijke gevallen een voogd gaan zoeken die de kinderen in huis wil nemen en verder wil opvoeden.
In je testament mag je echter zelf bepalen wie deze voogd moet worden. De kantonrechter zal bijna altijd jouw aanwijzing volgen. Uiteraard is het ook hier weer van belang om van te voren met de beoogde voogd(en) te overleggen of zij jouw kinderen in hun gezin willen (en kunnen) opnemen. - Wanneer krijgen de kinderen hun erfdeel?
De kinderen hebben van jou geërfd toen ze nog minderjarig waren. Inmiddels is de oudste meerderjarig geworden en wil zijn erfenis opeisen. Bijvoorbeeld om die leuke sportauto te kopen. Goed plan. Of toch niet? De meeste ouders vinden 18 jaar toch nog te jong om de erfenis gelijk vrij te geven.
Een oplossing daarvoor kan zijn om de erfenis van de kinderen onder bewind te stellen in het testament. Dit houdt in dat er een bewindvoerder wordt benoemd die het beheer over hun erfdeel blijft voeren tot een leeftijd van bijvoorbeeld 21 of 23 jaar. De persoon van de bewindvoerder zal over het algemeen dezelfde persoon als de voogd zijn. Je kunt het ook splitsen: de kennis of het familielid met verstand van financiën wordt bewindvoerder en iemand anders neemt de kinderen in zijn gezin op. - Moet je je kinderen tegen hun (toekomstige) partner beschermen?
Een van de meest gemaakte bepalingen in een testament is de zogenaamde uitsluitings- of privéclausule. Mocht je kind van je erven, dan blijft door deze bepaling de erfenis altijd zijn of haar privévermogen. De erfenis valt dan niet in een gemeenschap van goederen waarin je kind is getrouwd of gaat trouwen. Als je kind vervolgens gaat scheiden, dan hoeft de erfenis niet met de ex-partner van je kind gedeeld te worden. In spreektaal: ‘je hebt de erfenis op de eigen kinderen beschreven’.
Een veel gehoorde misvatting is overigens dat bij het overlijden van je kind jouw erfenis door deze clausule rechtstreeks naar je kleinkinderen gaat. Dat is niet zo, daarvoor heb je een tweetrapsmaking nodig (zie het volgende punt). - Kan mijn erfenis bij mijn ex-partner terecht komen?
Je bent overleden en je kinderen krijgen jouw erfenis. Als een van je kinderen vervolgens overlijdt en die op dat moment niet getrouwd was, zelf geen kinderen had en geen testament had gemaakt, dan zijn volgens de wet de broers, zusters en de ouders van je kind de erfgenamen. Daaronder valt je ex-partner dus ook!
Je kunt dit voorkomen door een ’tweetrapsmaking’ op te nemen. Daarmee gaat je erfenis wel naar je kinderen (trap 1), maar wat zij daarvan overlaten als zij zelf overlijden gaat alsnog naar de andere kinderen (trap 2). Deze bepaling is bijvoorbeeld ook goed te gebruiken om bepaalde spullen in de familie te houden (bijvoorbeeld de Friese staartklok die altijd in de familie moet blijven). - Kan mijn ex-partner aanspraak maken op de rente van mijn erfenis?
Een ouder heeft wettelijk het recht op de vruchten van het vermogen van zijn minderjarige kind (‘ouderlijk vruchtgenot’). Meestal is dit de rente van de bankrekening van het kind. Als je kind van jou erft, dan zal je ex-partner dus aanspraak kunnen maken op de rente van die erfenis. Dit ouderlijk vruchtgenot kun je in je testament uitsluiten. - Doemscenario: iedereen overlijdt
Stel, je bent op vakantie met de kinderen en jullie krijgen een auto- of vliegtuigongeluk en niemand overleeft dit. Je kinderen kunnen je erfgenaam dan niet meer zijn, want zij zijn ook overleden. Wie moeten dan je erfgenamen zijn? Neem in je testament daarvoor een ‘alternatieve erfstelling’ op, om dit (doem)scenario af te dekken. Je weet immers nooit hoe het loopt.
De belangrijkste punten die je in je testament moet opnemen na een echtscheiding heb ik hier aangegeven. Ga naar je notaris en regel het! De kinderen kunnen er alleen maar baat bij hebben. En je ex-partner blijft er buiten.
Een laatste tip: heb je eenmaal een testament gemaakt, laat het dan elke vijf jaar door de notaris checken op wijzigingen in (fiscale) wetgeving. Zijn er veranderingen in je eigen situatie, ga dan natuurlijk eerder naar de notaris.
Ik kan me voorstellen dat je bij een echtscheiding je ex-partner wilt uitsluiten voor de erfenis die kinderen evt van je krijgen. je wordt echter als overblijvende ouder wel opgescheept met vermogensbelasting als je kind erft van je ex-partner. Als je dan geen vruchtgebruik hebt van de rente dan loopt dat aardig in de papieren. Is hier ook een oplossing voor bedacht? Leuk om te zeggen dat je je ex moet uitsluiten van vruchtgebruik maar je ex scheep me wel met kosten op.
Daar heeft de wetgever zelf al een oplossing voor bedacht. Het is inderdaad zo dat het vermogen van een minderjarig kind (die niet zelf aangifte inkomstenbelasting doet) wordt toegerekend aan de ouder die het gezag over dat kind heeft. Bij twee gescheiden ouders wordt het 50%-50% verdeeld. Zie art. 2.15 Wet IB 2001.
Als over (een gedeelte van) het vermogen van het kind door een ouder vermogensrendementsheffing betaald wordt, maar de ouder niet het vruchtgenot van dat (gedeelte van het) vermogen heeft, heeft die ouder een verhaalsrecht op het kind. Hij/zij kan de belasting dus terugvragen van het kind. Dat wordt naar evenredigheid berekend, zie art. 2.16 Wet IB 2001:
Artikel 2.16. Verhaalsrecht
1. De belastingplichtige aan wie inkomensbestanddelen van een kind zijn toegerekend en die daarvan niet het vruchtgenot heeft, heeft verhaal op dat kind voor een gedeelte van de door hem verschuldigde inkomstenbelasting, voorzover deze is voldaan.
2. Het in het eerste lid bedoelde gedeelte wordt gesteld op een evenredig gedeelte van de verschuldigde belasting, bepaald naar de verhouding waarin de belastbare inkomsten uit eigen woning, het inkomen uit aanmerkelijk belang of het belastbare inkomen uit sparen en beleggen van dat kind dat bij de vaststelling van de belastingschuld in aanmerking is genomen, staat tot het inkomen uit werk en woning, het inkomen uit aanmerkelijk belang onderscheidenlijk het belastbare inkomen uit sparen en beleggen dat tot de belastingschuld heeft geleid.
3. Indien in het belastbare inkomen uit werk en woning of het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang te conserveren inkomen is begrepen, wordt het in het eerste lid bedoelde gedeelte bepaald met overeenkomstige toepassing van de artikelen 2.8, eerste lid, en 2.9.
4. Van het eerste lid kan bij overeenkomst worden afgeweken.